We hadden oogcontact in de trein
vanaf station Delft
naar station Roosendaal.
Op station Delft Campus verloren we elkaar uit het oog.
"Op Station Delft sprong ik de sprinter van 20.39 uur naar Roosendaal binnen, nog onzeker over mijn halte. Schuin tegenover me zat jij: rood haar en elegant gekleed met een lichtbruine lange jas. Ikzelf had een wit overhemd en een colbert, pantalon en een stropdas in het zwart, met een donkerblauwe jas met een bruine schoudertas erbij. Oogcontact, een gedeelde glimlach.
Mijn laptop ging open - een schijnbeweging om mijn verwondering over jou te verbergen. Maar daarop stond ook mijn bestemming: Delft Campus. De trein was er al. Shit, nu al? Ik ging naar de deur en keek nog een keer naar je. We lachten opnieuw. Ik stapte uit, checkte op het perron even mijn route en wierp een laatste blik door het raam. Ik knipoogde en jij glimlachte, maar ik zag ook teleurstelling. Die teleurstelling voelde ik zelf nadat de trein wegreed.
Kluns die ik ben! Ik had mijn halte expres moeten missen en je om hulp moeten vragen. Dank je voor die mooie glimlach. Hopelijk delen we nog eens een trein."