We hadden oogcontact in de trein
vanaf station Utrecht Centraal
naar station Sittard.
Op station Sittard verloren we elkaar uit het oog.
"We stonden allebei te wachten op station Utrecht Centraal. Jij had een weekendtas bij je en droeg een mondkapje met bloemetjes. Je had hele mooie lange blonde haren. Ik was een broodje aan het eten. Op een gegeven moment liep je langs mij om iets weg te gooien in de prullenbak, en volgens mij hadden we toen even oogcontact. De trein kwam aan en ik volgde je de trap omhoog. Toen ik zag waar je was gaan zitten, ben ik aan de andere kant van het gangpad gaan zitten in dezelfde stoelenrij. We hebben de hele rit niet met elkaar gepraat. Ik baal er heel erg van dat ik je niet heb aangesproken. Bij station Sittard moesten we er allebei uit, en toen ben ik je uit het oog verloren. Ik moet de hele tijd aan je denken en ik hoop heel erg dat ik je nog een keer kan zien, dat meisje met het bloemetjesmondkapje en de lange blonde haren. Ik ben de jongen met de zwarte jas en de gitaartas."