We hadden oogcontact in de trein
vanaf station Zwolle
naar station Leeuwarden.
Op station Leeuwarden verloren we elkaar uit het oog.
"Ik liep op je af om hulp te vragen en jij liep mij observerend tegemoet, pratende met degene naast je. We liepen elkaar tegemoet en wij kwamen veel te dicht bij elkaar, maar dat vond ik eigenlijk niet zo erg. Hoe jij naar mij keek, je blik, je liet mij voelen als een echte vrouw. De hele weg naar Leeuwarden heb ik over vervolg scenario's gefantaseerd. Bij het uitstappen waren we weer samen. Maar degene met wie je in de trein was, wist de situatie ongemakkelijk te maken door totaal niet subtiel je op te hemelen. Hij had het over je fysieke kracht en hoe gespierd je was. Stiekem vond ik het hilarisch, maar omdat het te opvallend was, durfde ik niet meer zelf iets te vragen over je verhalen. Toen wij onze eigen wegen gingen, had ik gehoopt dat jij nog wel iets kon vinden om door te praten. Maar helaas, daar ging ik met mijn fantaserende brein. Toen bleek mijn band lek. Ik hoopte dat ik je onderweg naar huis weer zou tegenkomen. Het was middernacht en allerlei vreemd volk met vreemd gedrag op straat. Ik bad dat je mij achterna zou komen en zou redden als ridder op het witte paard. Dat je die jongens op de hoek die mij om mijn nummer vroegen en zeiden dat ze met mij wilden 'neuken', dat je voor mij op zou komen en mij weer veilig zou laten voelen daardoor. Zelfs voor mijn deur keek ik nog om of je niet heel toevallig langs kwam. Maar helaas, we zagen elkaar niet meer. Zal ik je ooit nog zien?"