We hadden oogcontact in de trein
vanaf station Amsterdam Centraal
naar station Den Helder.
Op station Anna Paulowna verloren we elkaar uit het oog.
"Ik stapte in de Amsterdam op de trein naar Den Helder. jij zat schuin tegen over mij bij het raam. Je had een zwarte lange jas aan met ritjes in de mouwen en roze trui aan, zwart geverfd haar met groene geverfde lokjes. Ik zat bij de deur in de coupe, ik ha een groen jas
met capechon, en een zwarte broek aan en heb bruin haar. jij las een boek en later toen je het boek opbergde en je koptelefoon op had gezet. keken we elkaar geregeld aan. je had een sterke aantrekkingskracht op me. toen bij Anna Paulowna uitstapte keken we elkaar nog eens aan en je glimlachte naar me en vertrok naar beneden om uit te stappen. je bleef nog lang in me ziel. ik hoop je nog een keer te mogen zien om kennis te maken en samen wat te gaan drinken. mocht je deed lezen hoop ik dat je reageert en beschikbaar bent om elkaar te ontmoeten."