We hadden oogcontact in de trein
vanaf station Zwolle
naar station Leeuwarden.
Op station Heerenveen verloren we elkaar uit het oog.
"We zaten samen aan weerszijden van het gangpad in de stilte coupé. Jij met je puzzelboekje; ik met muziek in de oren. Op een gegeven moment staarde je, diep in gedachten verzonken, mijn richting op. Onze blikken kruisten elkaar en ik wierp een kleine glimlach naar je toe; je wendde je blik af. Balen dacht ik; ze heeft geen interesse.. In mijn ooghoeken zag ik je met je haar spelen en hield ik je stiekem toch een beetje in de gaten. Bij mijn uitstappen op station Heerenveen, glimlachte je tot mijn grote verbazing op vriendelijke wijze naar me toe. Toen ik over het perron liep keek ik nog één keer naar binnen, en ja, je keek en glimlachte nogmaals terug. Onderweg naar huis moest ik er wel om lachen; had ik weer terug de trein in moeten springen? Ik probeer het op deze manier: zou je een keer een drankje willen doen?"