We hadden oogcontact in de trein
vanaf station Schin op Geul
naar station Meerssen.
Op station Maastricht verloren we elkaar uit het oog.
"Toen mijn ogen voor het eerst door je bevangen werden, leek je net als ieder ander, een wachtende passagier voor de Veolia richting Maastricht. Je zat daar maar, zielsalleen, op het bankje onder het afdak. Ondanks het straffe onweer van die ochtend scheen de zon feller dan ooit te voren, het was buitengewoon onprettig om lang op de Veolia te moeten wachten.
Eenmaal in de trein merkte ik tot mijn stomme verbazing dat de meeste banken bezet waren, maar die tegenover jou niet. Ik kon het niet laten tegenover je te gaan zitten, ondanks dat ik wist dat ik slechts twee haltes verder weer uit zou stappen, in Meerssen. De trein gaf me dus nog geen 10 minuten.
Er was nog geen minuut voorbij of er begonnen me al details aan je op te vallen. Je nagels, die van op en top verzorgd en om en om gelakt waren. Je oceaan blauwe ogen, die dromerig naar buiten keken terwijl ze zichtbaar geheel opgingen in de blauwe lucht die aan ons voorbij schoot. Je lange bruine haar, dat lichte krulde in haar toppen terwijl het elegant over je schouders en rug omlaag heen en weer deinsde op het gebommel van de trein. Je was van top tot teen in geweldig elegant zwart gekleed, die vast met belangrijke plannen gepaard gingen.
Ik kon het niet laten je aan te spreken. Er was ondertussen nog één halte te gaan, het was nu of nooit. Je zat daar maar, in de volle zon, terwijl het maar de vraag was of je mij al had opgemerkt. Die lange getinte jongen die daar zo tegenover je zat. Die jongen met zijn doodnormale spijkerbroek, groenbruin gecamoufleerde legershirt en grijze schoudertas. Die jongen met zijn korte donkerbruine haren, die voor zijn werk van Schin op Geul naar Meerssen afreisde om bij cliënten thuis het huishoudelijk werk voor zijn rekening te nemen.
Ik vroeg je waarom je een plek vol in de zon uitkoos. Wat je bestemming was. Waar je vandaan kwam.
En je vertelde me niet alleen dat je in Schin op Geul woonde, ook gaf je aan dat je op weg was naar Maastricht om te gaan werken bij een parfumerie, net zoals dat ik je aangaf wat mijn doel was voor vandaag. Je ogen glansden lichtjes terwijl je me aankeek, en als de zon al niet zo fel scheen, had jij me wel weggesmolten. Even zo plots als mijn avontuur was begonnen, kwam er ook een abrupt einde aan. Mijn eindbestemming naderde. Piepende remmen. Een kort vaarwel, heen en weer succes gewens en ik had de trein alweer verlaten.
Daar kwam ik erachter dat ik het meest cruciale stukje van jou miste, een vraag die ik als allereerste had moeten stellen, ondanks alle andere vragen die zo op het puntje van mijn tong hadden gelegen. Je naam.
Ik zou er echt veel voor over hebben om jou nog een keer te zien, om je naam te horen en om je mee uit te kunnen vragen. Wie weet kun je me wel een rondleiding geven door Schin op Geul zelf.
Mogelijk zie ik je nooit meer, en misschien zit er wel een kans in dat je deze tekst op wonderbaarlijke wijze onder eigen ogen te lezen krijgt.
Hoe dan ook, je maakte mijn korte treinreis in ieder geval een stuk opwindender dan ik ooit had durven dromen."