We hadden oogcontact in de trein
vanaf station Amsterdam Zuid
naar station Hoofddorp.
Op station Hoofddorp verloren we elkaar uit het oog.
""Fietsen naar Werk".
Op station Amsterdam Zuid kwam ik naast je zitten. Ik vroeg je waar deze trein heen ging, er was immers weer vertraging ... Ik zat in de goede trein, dus ik kon (gelukkig) blijven zitten. Even later raakten we aan de praat over spelende kinderen op het perron en vroeg je waarom ik niet naar werk fietste. Ik gaf je diverse redenen en vertelde je dat ik vaker met de fiets naar werk zou moeten gaan. Eenmaal uitgestapt besefte ik dat ik voortaan vaker met de trein naar werk ga. Hopelijk zit ik dan weer naast of tegenover je."