We hadden oogcontact in de trein
vanaf station Hoofddorp
naar station Amersfoort Vathorst.
Op station Weesp verloren we elkaar uit het oog.
"Nadat ik wakker werd uit een korte slaap, zag ik naast me een moderne Doornroosje, haar ogen nog gesloten. We waren aangekomen in Weesp, en helaas moest ik snel overstappen, zonder de tijd om haar zachtjes met een warme, dromerige kus wakker te maken. Ze had een grote plastic tas bij haar voeten en, als ik me goed herinner, hield ze een donkerblauwe stoffen tas tegen haar borst. Haar lange, blonde haren waren vastgebonden, en ze droeg een geruite jas in licht- en donkerblauw, met daaronder een grijze capuchontrui en een spijkerbroek. Doornroosje, als jij dit leest en ons moment herkent, laat me weten dat je er bent – ik hoop je opnieuw te zien."